… er (zeker in het begin) weinig van begrijpen. Ondanks een schoonmoeder die hard haar best doet (“Vind ‘n ‘t eten lekker, zus?” waarop mekeppeke: “Maar moeder, hij zit daar, vraag het hem toch zelf!”).
… de living ontvluchten als er gebeld wordt met de schoonfamilie. West-Vlamingen, toch uit de streek rond Poperinge, praten niet stilletjes aan de telefoon. Ze, euhm, verheffen hun stem nogal makkelijk.
… weten dat Bachten de Kuppe geen dorp is, maar betekent “achter de kuip”, gevormd door het stukje België tussen de zee en de IJzer. En dat mijn vrouw niet afkomstig is van bachten de kuppe, maar van voorn de kuppe: ze komt uit de Westhoek.
… je vrouw gekwetst zien toen een collega tijdens een etentje zei dat West-Vlaanderen stinkt naar varkenskoten. Iets in de trant van: “wanneer je op de trein zit ruik je wanneer je West-Vlaanderen binnenrijdt”.
… je eigen vooroordelen snel bijstellen. Wat een goed draaiend en warm gezin ontdekte ik in de Westhoek, zo’n mooi woonhuis ook op de boerderij. Vader die las en een dichtershart had, moeder die constant in de weer is, en een ongelooflijk openhartige en gastvrije cultuur. Veel normalere mensen dan mijn eigen ouders in ieder geval.
… bedenkingen hebben bij de “boerkens” die op teevee worden opgevoerd (genre: “miljaarde milleju, van mijn erf”, zoals in het programma Buiten de Zone werd gegrapt, of boer Charel op VTM.) Mekeppeke vindt die beeldvorming trouwens ook erg. Boeren zijn moderne bedrijfsleiders met verstand van zaken. Petje af.
… het verschil kennen tussen flesjn (richtingaanwijzer opzetten, naar Frans une flèche) en flasjn (flippen, naar Eng. to flash). Hilariteit in de wagen gegarandeerd. (“Moe hie nie flesjn?” – “Wat zeg je, ik flip toch niet omdat ik een rond punt verlaat?”)
Foto: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Provincie_West-Vlaanderen_in_Belgium.svg door TUBS.