De lente is volop vertrokken!
En dat zullen we geweten hebben. Tijdens de winter hadden wij (of ik toch al zeker) weinig animo
om in de tuin te werken. Nu kijken we uit naar het verschijnen van een serre in de achtertuin
Mekeppeke zocht zich rot op tweedehandssites (dank je voor het uitgebreide marktonderzoek!). Ik ging al een kas bezoeken, maar die bleek te groot voor onze smaak. En misschien ook wat te enthousiast voor mijn energiepeil. Het mag bescheiden zijn. Uiteindelijk zal de serre pas volgend jaar komen. Of nooit. Alles op ’t gemakske en zo.
In februari hadden de kindjes corona en hield ik thuis toezicht op de online lesontwikkelingen.
Met zachte doch kordate hand dwong ik ze naar buiten, om aldaar te spelen. Intussen herknutselde ik
de drie houten bakken met bamboe op ons terras. Volgens de plantenwinkel wordt deze niet-woekerende soort twee meter hoog. Volgens de realiteit zitten de bamboeplatnen momenteel nog niet aan een meter hoogte. We hoopten dat het kwam door de diepte van de bakken. Die heb ik dan maar verdiept.
Verdieping bracht nog geen hogere bamboe, maar wel meer stabiliteit in ons leven. De voornaamste reden om de bakken te verdiepen, was toch nog: ze waaiden steeds om. Met dat grote veld naast ons huis is het hier een beetje een trekgat. Tijdens februaristorm Eunice waaide er zelfs een stuk van de gevel. Maar de hernieuwde, verdiepte, met lager zwaartepunt uitgeruste bamboebakken zouden natuurlijk niet omvallen! Ze deden het toch 🙁 Bij de volgende storm Franklin lagen ze er weer. Veel aarde en hydrokorrels opgeveegd in februari. Maar erna (zo goed als) nooit meer 🙂 Eat this, trekgat!
De afgelopen maanden werkte ik een half uur tot een uur per dag in de tuin, vaak met mekeppeke naast me. Het waren momenten van gezelligheid, samen, van boosheid alleen(onkruid kappen, heerlijke evacuatie-van-kwaad-zijn-therapie), van verdriet, blijdschap en de lente voelen stromen vanbinnen.
De planten die we bestelden en in de tuin hebben gezet, werden in de kwekerij benoemd met Latijnse namen. We voelden ons een beetje Haryy Potter terwijl we gaten vulden in de bloemenweide met
“viburnum opulus!” en “clematis vitalba!”. In de verte ontwaarden we een vliegende bezemsteel en het litteken op mijn voorhoofd begon pijn te doen.*
*Sommige elementen zijn mogelijk verzonnen en/of aangedikt.