Onze dochter werd onlangs twaalf. Ze studeerde af aan de lagere school. Nu fietst ze dagelijks vele kilometers naar “het middelbaar”. Mijlpalen.
In oktober vorig jaar, en ook onlangs in maart, gingen we middelbare scholen bezoeken in Mechelen. Snel werden wij, de ouders, specialisten in het uithoren van leraars, en het opsnuiven van de sfeer. Het brengt ook rare dingen naar boven, bij ons, bij andere ouders. Een andere mama wou een soort praatsessie organiseren, waarbij we ervaringen konden delen: “Want wat is nu de beste school?” Een gevoel dat ik niet herken uit mijn eigen kindertijd – toen ging je misschien eens naar een opendeurdag, en dat was het dan. Scholen in detail vergelijken? Dat deden we toen niet.
Nu bezochten we er vijf, allemaal met wikken en wegen en vragen stellen. Want er is een top-drie om te maken voor een online systeem. Beter dan kamperen om je kind ingeschreven te krijgen, of uren in te bellen in de hoop binnen te raken. Wel met vreemde effecten.
We mochten mee in het multimedialokaal. Een hippe bieb met vintage sofa’s en veel lichtinval. Er stond een jongedame op ons te wachten. Ha, dacht ik, iemand van het zesde middelbaar, hoe leuk! We wachtten op de uitleg, dat gaf wat tijd om haar te bestuderen. Dunne lippen, de mond licht open. Ik hield me tegen om een grapje te maken over haar gebit. We hebben namelijk een onderbeet in de familie. Maar deze dame had eerder het omgekeerde, de bovenlip erg naar voren geplaatst, de onderkaak diep richting hals. Ik zei er maar niets over. Ze leek zo streng. Aan haar borst een naamplaatje. Geen leerling, neenee, ze was leerkracht!
Amai, oei, wat worden de leerkrachten jong … En wat worden wij oud, als de leraars al leerlingen lijken. We zijn bijna veertig, tijd voor de midlifecrisis en de moto voor de deur. Misschien laat ik mijn haar wel afsnijden, of net nog langer groeien, toch?
Het bracht me terug naar mijn tijd als jonge doctorandus, waarin ik lesgaf aan achttienjarigen, eerstejaars geneeskunde. Ze zagen er zo jong uit, dacht ik toen, net middelbare scholieren. Zelf was ik vier jaar ouder, een peulschil, een vingerknip, en toch voelde het als een diepe zee van jaren die lag tussen de banken en het bord in het practicumlokaal.
Nu, vijftien jaar later, lijken de 25-jarigen al scholieren. Dan snapt een mens dat ouden van dagen een veertigjarige aanspreken met meisje.
Foto: https://www.bimsem.be/
Schoon geschreven, en inderdaad, vroeger koos je meestal de “meest dichtbije” school (of was het “dichtblije”?)
Thanks! En laat die taalsuggesties maar komen 😀